Veelgestelde vragen

  • Waarom focust de ToyBox-studie op kleuters en niet op oudere kinderen?

    De ToyBox-studie focust op kleuters omdat gezondheid gerelateerde gedragingen, psychologische eigenschappen en fysiologische processen reeds op jonge leeftijd gevormd worden. Het vormen van gezonde gedragingen op jonge leeftijd vormt de basis voor een optimale ontwikkeling en voor een goede gezondheid op latere leeftijd. Daarnaast is het ook eenvoudiger om gedragingen te veranderen op jonge leeftijd.

  • Wat zijn de verwachte effecten van de ToyBox-studie?

    de ToyBox-studie focust op korte en lange termijn effecten. Op korte termijn heeft de ToyBox-studie als doel om vier gezonde gedragingen (water drinken, gezonde tussendoortjes, voldoende bewegen en lange periodes van zitten beperken) te promoten. Deze gedragingen worden namelijk geassocieerd met de ontwikkeling van obesitas. Met betrekking tot de lange termijn effecten wil ToyBox vooral een optimale groei, ontwikkeling en een goede gezondheid op later leeftijd ondersteunen om op die manier overgewicht te voorkomen.

  • Wat zal er gebeuren nadat de ToyBox-interventie uitgevoerd is?

    Na het uitvoeren van de ToyBox-interventie zullen de onderzoekers de impact, de resultaten en de kosteneffectiviteit van de interventie bepalen. Deze bevindingen zullen overgemaakt worden naar gezondheidsinstellingen en specifieke aanbevelingen zullen geformuleerd worden naar beleidsmakers en interventie ontwikkelaars. Er zal daarnaast ook nagegaan worden of het mogelijk is om ToyBox grootschalig te verspreiden.

  • Waarom is het voor kleuters belangrijk om voldoende water te drinken?

    Water is essentieel voor de mens. Meer dan 65% van het menselijk lichaam bestaat uit water. Het lichaam verliest iedere dag water via urine, zweet en door te ademen. Het is heel belangrijk dat dit verlies aan water gecompenseerd wordt zodat het lichaam goed kan blijven functioneren. Een verlies van 1% van lichaamsgewicht aan water kan concentratieproblemen veroorzaken. Een verlies van 4% zorgt zelfs voor duizeligheid, vermoeidheid en hoofdpijn. Kinderen zijn veel gevoeliger aan een verlies van lichaamsvocht in vergelijking met volwassenen. Kinderen tussen de leeftijd van 3 tot 6 jaar zouden iedere dag 800ml tot 1 liter water moeten drinken (dat zijn ongeveer 5 tot 6 glazen per dag).

  • Waarom wordt er op deze gezonde tussendoortjes gefocust, ondanks dat dit maar kleine maaltijden zijn?

    Door in de voormiddag en namiddag een tussendoortje te eten, krijgen kleuters een belangrijk deel van de nodige voedingsstoffen binnen die ze nodig hebben voor hun groei en hun ontwikkeling. Daarnaast zijn deze tussendoortjes ook belangrijk om lange periodes tussen de verschillende maaltijden te overbruggen. Een lange periode tussen de hoofdmaaltijden kan leiden tot een hogere energie inname en een hoger risico op overgewicht.

  • Waarom is het belangrijk om langdurige periodes van zitten bij kleuters te beperken?

    Verschillende wetenschappelijke studies hebben aangetoond dat kleuters een groot deel van hun wakkere uren in sedentaire activiteiten spenderen (vb. TV kijken, de computer gebruiken, kleuren, enz.). Kinderen die veel tijd in sedentaire activiteiten spenderen gedurende de dag hebben een groter risico op overgewicht in vergelijking met kleuters die weinig neerzitten. Daarnaast hebben bijvoorbeeld kleuters die veel TV kijken minder sterkere botten, vertonen ze vaker meer agressief (fysiek of verbaal) gedrag en hebben ze vaker last van slaapstoornissen, prikkelbaarheid, enz. in vergelijking met kleuters die weinig TV kijken.

  • Moeten kleuterleerkrachten alle activiteiten die opgenomen zijn in deel 3 van de gids met klasactiviteiten uitvoeren? Kan de leerkracht zelf kiezen op welke dag van de week ze de activiteiten uitvoert? Kan de leerkracht haar eigen ideeën toevoegen?

    Er wordt aan de leerkrachten gevraagd om gedurende minstens 1 uur per week activiteiten uit deel 3 van de gids met klasactiviteiten uit te voeren. Ze kunnen bijvoorbeeld een kangoeroe verhaaltje combineren met een experiment. Indien de kleuterleerkracht de mogelijkheid heeft, mogen meerdere klasactiviteiten uitgevoerd worden. De kleuterleerkracht beslist zelf op welke dag van de week ze deze activiteiten uitvoert. Daarnaast mogen de kleuterleerkrachten uiteraard hun eigen ideeën toevoegen of klas specifieke aanpassingen maken.

  • Sommige kinderen nemen niet deel aan actief spel of andere actieve spelvormen op de kleuterschool en voornamelijk niet tijdens de speeltijd. Hoe kunnen leerkrachten deze kleuters aanmoedigen om toch actief deel te nemen aan deze activiteiten?

    Het is aangetoond dat een gebrek aan zelfvertrouwen de belangrijkste reden is om niet deel te nemen aan actieve spelvormen. Wanneer het kind het gevoel heeft dat hij/zij niet over de benodigde vaardigheden beschikt om deel te nemen aan de activiteiten, zullen kinderen deze activiteiten niet als plezant of voor herhaling vatbaar ervaren. De kleuterleerkrachten kunnen niet-competitieve activiteiten uitvoeren waaraan de ganse klas kan deelnemen. Deze activiteiten zouden weinig vaardigheden mogen vragen en moeten zorgen voor een succeservaring voor iedere kleuter. Daarnaast moet de kleuterleerkracht als rolmodel functioneren en de kleuters ook aanmoedigen om deel te nemen aan deze activiteiten door zelf het goede voorbeeld te stellen en actief deel te nemen aan het spel.

  • Indien de kleuterschool geen sportzaal ter beschikking heeft, hoe kunnen de activiteiten rond beweging dan uitgevoerd worden?

    Een klassieke sportzaal is niet essentieel om de activiteiten rond beweging binnen de ToyBox-interventie uit te voeren. De activiteiten rond beweging kunnen in andere ruimtes uitgevoerd worden, zoals bijvoorbeeld de kleuterklas, op de speelplaats, in de tuin of in een nabijgelegen park. Kleuterleerkrachten moeten er wel rekening met houden dat de veiligheid van de kinderen gegarandeerd wordt en dat er voldoende ruimte is voor de kinderen om te bewegen.

  • Wat is het verschil tussen gestructureerde en ongestructureerde activiteiten?

    Gestructureerde fysieke activiteiten (vb. de lessen Lichamelijke Opvoeding) en ongestructureerde fysieke activiteiten (vb. spontane activiteiten die de kleuter zelf kiest en waar geen lesgever instructies geeft) zijn twee onafhankelijke en belangrijke componenten van beweging. Bewegen in de vorm van ongestructureerde activiteiten kan leiden tot een verbetering van de basisvaardigheden van het kind. Gestructureerde activiteiten helpen het kind om specifieke motorische vaardigheden (vb. uithouding, coördinatie, snelheid, kracht, enz.) te ontwikkelen. Daarnaast leren ze ook tijdens deze gestructureerde activiteiten hun grenzen kennen en leren ze met andere kinderen omgaan.

    De Gids met Klasactiviteiten rond beweging (deel 2) bevat 26 gestructureerde bewegingslessen. Deze lessen zijn leuk, hebben een lage tot matige intensiteit en kunnen uitgevoerd worden door de kleuterleerkracht op school. Deze activiteiten promoten een actieve participatie van alle kleuters in de klas.